Dierenfysiotherapeut word je door na de opleiding humane fysiotherapie een 2-jarige post-HBO opleiding tot dierenfysiotherapeut te doen. In totaal ben je dus 6 jaar bezig met studeren om dit doel te bereiken. Over het algemeen behandel je met dierfysiotherapie honden en paarden, maar natuurlijk kunnen ook andere dieren bij een dierenfysiotherapeut terecht, zoals konijnen, katten en vee. Wanneer je als dierenfysiotherapeut werkt, zul je nog geregeld bij- en nascholing moeten doen om je kennis up-to-date te houden. Meestal verwijst een dierenarts een dier door na bijvoorbeeld een operatie of indien de eigenaar bij de dierenarts is geweest voor een lichamelijke klacht bij het dier. Maar het is ook mogelijk zonder verwijzing bij de dierenfysiotherapeut te komen, bijvoorbeeld voor check-up wanneer je intensief met de hond sport.
Indicaties waarvoor dieren bij een dierenfysiotherapeut komen:
Een eerste behandeling start ik met een vraaggesprek, zodat ik goed de klachten en historie van het dier in kaart kan brengen. Wanneer ik genoeg weet, ga ik kijken naar het dier. Ik bekijk het dier in stand en tijdens het gaan. Ook zal ik voelen aan het dier om te kijken of er plekken zijn die opvallen, bijvoorbeeld omdat deze plek warmer, kouder of dikker is dan de rest, of dat het dier reageert wanneer ik die plek aanraak. Als laatste ga ik een lichamelijk onderzoek doen van de aangedane regio’s. Dat betekent dat ik de betrokken gewrichten afzonderlijk ga testen op o.a. beweeglijkheid en pijn. Wanneer dit allemaal duidelijk is, kunnen we samen een behandelplan opstellen aan de hand van de uitkomst van het onderzoek. Daar gaan we samen mee aan de slag. Tijdens een eerste keer zal ik al starten met een behandeling. Vaak krijgt u als eigenaar wat oefeningen om mee aan de slag te gaan met uw dier.